Roof 'n Breakfast
Esther Tamboer

's Nachts op avontuur in een kleine groep. De stedelijke omgeving vanuit een nieuw verfrissend perspectief. Slapen in de buitenlucht op een unieke lokatie in het centrum van de stad.
Roof 'n Breakfast is ontworpen voor mensen met een avontuurlijke instelling die zin hebben om anderen te ontmoeten tijdens een unieke overnachting in de stad. Gedurende dit nachtelijke avontuur ben je steeds in de buitenlucht en slaap je op een verborgen plek in het centrum van Den Haag. Een stad biedt mensen doorgaans veel (betaald) avontuur, maar bij Roof 'n Breakfast wordt het avontuurlijke initiatief van jezelf aangewakkerd. De vorm en inhoud van het avontuur worden mede bepaald door de omgevingsfactoren en door je eigen inzet. De enigszins primitieve omstandigheden maken dit avontuur tot een unieke stadservaring, die je op directe wijze in contact met de andere deelnemers brengt. Voor inwoners van Den Haag is het een kans om een besloten plek in hun eigen stad te ontdekken. Voor mensen van buiten is het een mogelijkheid om de kern van de stad vanuit een actieve en betrokken positie te ervaren.





Data:
Zaterdag 16 juni
Zaterdag 30 juni
Zaterdag 28 juli
Zaterdag 4 augustus

Lokatie:
Onbekend

 

"Roof 'n Breakfast"
Door Roos Hoffmann


Vier jonge vrouwen lopen in de regen door Den Haag, op weg naar een slaapplaats in de buitenlucht. Onbekend met elkaar en zonder duidelijk plan of doel, behalve het zoeken naar een plek om te overnachten. Esther Tamboer stelt voor het Haagse Bos te proberen en we gaan die kant op, met een roltas vol spullen en plastic tasjes in de hand. Wat zal de nacht ons brengen?
Op het Malieveld overwegen we onder een podium te slapen, maar er zijn teveel schijnwerpers die de boel verlichten. We lopen dus verder over het eindpunt van de A12 het bos in. Het is ondertussen donker geworden. We onderzoeken een hutje, gebouwd door kinderen, maar het is te klein, te krakkemikkig en te vies om in te slapen. We gaan verder. De gesprekken beperken zich nog tot: "Wie ben jij?", "Waar kom je vandaan?" en ander gekeuvel. De gangbare sociale interactie dus, maar de vervreemding, het rondlopen in dit nachtelijke bos, roept wel een uitbundige vrolijkheid bij ons op. We giechelen veel. Er is een soort verwachtingsvolle energie. Ook als het steeds harder gaat regenen, en we regenjassen moeten aandoen, blijft de vrolijkheid overheersen. Bij een picknicktafel houden we pauze. We hebben nog steeds geen goede plek gezien om te slapen. Het bos is te open. Ik merk dat Esther wat meer avontuur had verwacht, zoals ontmoetingen met onbekende mensen, of verdwalen ofzo. Maar dit gebeurd niet. Daarvoor is het bos te overzichtelijk en te bekend. Bovendien is het totaal uitgestorven op deze zaterdagnacht. Als we midden in de stad zouden gaan zoeken naar een slaapplek zou het anders zijn. Toch is het niet vervelend dat er weinig ontmoetingen of onverwachte gebeurtenissen zijn. De intensiteit van het regenachtige bos is genoeg. Het rondsluipen door dit wandelgebied heeft op zichzelf al een vreemde bekoring.
Wanneer we verder gaan, komen we bij een grote vijver. Hier is een dichtbegroeid stuk bos, met grote bomen en ondergroei van ongeveer een meter hoog. Dit is een geschikte plek voor vier personen, als we de brandnetels ontwijken. Maar nu beseffen we wat een natte realiteit het hier is. En als we naaktslakken op de bladerige bodem ontdekken, slaat de afkeer even toe. Maar Esther haalt de matjes, slaapzakken en bivakzakken uit haar tas. We leggen ze in een stervorm met onze hoofden naar elkaar toe. Van dunne poncho's maken we een afdakje. Al snel blijkt dit improvisorische dakje niet bestand tegen de regen. Het water hoopt zich op in builen, om dan met een enorme plens op onze hoofden te belanden. De bivakzak, een soort grote plasticzak met een opening om te ademen, houdt ons gelukkig droog en we lachen om onze situatie. Ik val als eerste in slaap, maar wordt wel een paar keer wakker van de regen die op mijn bivakzak klettert. Wat een lawaai! Ik heb nog nooit in zulke omstandigheden geslapen.





Als we om zes uur 's ochtends wakker worden is het al licht. Dan blijkt dat de begroeiing niet zo dicht is als we dachten. Je kunt ons gemakkelijk zien vanaf het pad. In onze slaapzakken kleden we ons aan en we rollen alle spullen op. We willen snel weg. Het regent nog steeds. Op de route terug zien we twee vissers bij de vijver staan en we zien een zwerver die langs de rand van het bos loopt. Maar waar de bebouwing begint zijn de straten uitgestorven. We steken op ons gemak een vierbaansweg over. Dit is misschien wel het mooiste moment van de onderneming. In het ochtendgloren lopen we door de verstilde stad. Zelf zijn we nu ook stil, geen gekeuvel of gegiechel meer. Zwijgend gaan we richting de binnenstad en in dit zwijgen ligt verbondenheid besloten.
De opzet van het werk van Esther Tamboer heeft als doel je anders te laten kijken naar je eigen omgeving. Mensen gaan vaak ver weg op vakantie terwijl ze hun eigen stad of straat niet eens kennen. Door omstandigheden te scheppen waarin je de omgeving op een nieuwe manier kan beleven wil Esther deze 'blinde vlek' invullen. Daarbij laat ze heel veel open. Haar ondernemingen zijn niet tot in de puntjes georganiseerd. Zo schept ze mogelijkheden voor het onverwachte. Een simpel gegeven als het slapen in de stad wordt hierdoor een meeslepende, spannende ervaring. Juist omdat het verloop niet duidelijk is. Maar ook als er niets onverwachts gebeurd is deze ervaring al bijzonder. Mooi is daarbij om te zien dat Esther Tamboer het zelf ook echt meebeleefd. Ze is meer overgeleverd dan dat ze reisleidster is. Ze schept de aanzet, het kader, waarbinnen de gebeurtenis of de ervaring kan plaatsvinden, maar kleurt dit nog niet in. Het werk is daardoor onvoorspelbaar en oprecht. En van een elegante eenvoudige schoonheid.