Verruil je huissleutel voor een sterk verhaal
Sjaak Langenberg

Kunstenaar creëert metamorfose in je huis zonder iets te veranderen. Een belevenis op de scherpst van de snede. Meld je aan en misschien komt hij wel bij je thuis.
Is het nog mogelijk om een authentieke ervaring te creëren in een maatschappij waar televisieprogramma's verwende kijkers trakteren op Extreme Make-overs? Kun je nog een belevenis bedenken die beklijft in een wereld waar de overtreffende trap al ruimschoots is bereikt met toeristen die zich tegen betaling laten ontvoeren in Jemen en betaalde ruimtereizen voor notoire rijken? In reactie op de doorgedraaide beleveniseconomie bedachten kunstenaar Sjaak Langenberg en vormgever Rosé de Beer een belevenis op het scherpst van de snede. Kunstenaar Sjaak Langenberg brengt een dag door in je woning terwijl je er zelf niet bent! Hij werkt ter plekke aan een tekst waarin hij je dagelijkse leefomgeving in een nieuw perspectief plaatst. Zonder iets aan het huis te veranderen of iets toe te voegen aan de bezittingen creëert hij een metamorfose in woorden. Na afloop krijg je je huissleutel retour en ontvang je het verhaal per post. Het zal later worden opgenomen als hoofdstuk in een publicatie. Het avontuur kan ook na Den Haag Sculptuur worden geboekt via www.pluimen.nl .





Data:
Vrijdag 3 augustus
Zaterdag 4 augustus
Zondag 5 augustus

Lokatie:
Drie privé-adressen


Revenge of the ghostwriter
Door Sjaak Langenberg

Ik reis veel, maar niet naar het Grand Hotel de Londres in Istanbul, het Grand Hotel Beijing aan de East Chang'an Avenue 35 of het JW Marriott Hotel aan de Qing Nian Road in Chongqing. Het 5 sterren hotel in Chengdu, noch The Portman Ritz-Carlton in Shanghai behoren tot mijn reisbestemmingen, net zo min als Paddington of Noordwijk, om dichter bij huis te blijven. Ik reis van persoon naar persoon. Ik ben Erkend Verhuizer. U herkent mijn naam op de zijkant van dozen die soms na jaren nog niet zijn uitgepakt.
Ik ben een veelgevraagd spreker en spreek vele talen. Mijn stembereik is enorm, van de donkere bas van Barry White tot de trillende falset van Barry Gibb. Alnaargelang de situatie verander ik moeiteloos van stijl. Op de opening van een tentoonstelling lardeer ik mijn tekst met persoonlijke elementen om de toehoorders te laten ontdooien. In een zakelijke omgeving spreek ik formeel en gedecideerd. Met mij kun je alle kanten op. De ene keer ben ik provocatief, dan weer politiek correct. Ik ben een kunstenaar die constant van stijl wisselt. Nee, geen draaikont zoals Wouter. Dat bedoel ik niet. Hè, verdomme, nu ik een keer zelf spreek, raak ik in mijn eigen woorden verstrikt.
Ik hoor mezelf graag praten. Niet uit ijdelheid. Nee, dat zou mooi zijn zeg. Dit is geen beroep voor een ijdeltuit. Hoe moet ik het nou uitleggen... De sensatie die het geeft als mijn woorden andermans mond verlaten. Soms voel ik me Marie Laveau, de Voodoo Queen uit New Orleans. Mijn interpunctie is een speldenprik die een spreker even de adem doet stokken als IK een komma op papier heb gezet. Vaak ga ik stiekem tussen het publiek zitten en geniet dan stilletjes van mijn grammaticale vondsten. Meestal murmel ik zachtjes de tekst mee. Ze moesten eens weten dat ik de auteur ben. Dat het uitroepteken dat IK achter een onnozele frase heb geplaatst, ze nu aanmoedigt te applaudiseren. Oh, macht der taal.

Mijn macht is beperkt. Ik moet anderen naar de mond praten, mag hen niet tot buikspreekpoppen van mijn gedachten maken. Op het lijf geschreven teksten worden van mij verwacht. Ik moet me inleven in de ander. Vandaag deed ik het letterlijk toen ik, vergeef me, de kleren van uw man aantrok. Ik kon de verleiding niet weerstaan om zijn stropdassen om mijn nek te voelen. De blauwe met de twee schuine witte strepen trok als eerste mijn aandacht. Die met de groenblauwe wybertjes stond me niet. De das met aboriginalpatronen dan maar, of die met dat zwarte raster over roodwit gestreepte banen? Het werd de das met het bonte patroon van inpakpapier. Uw man is morgen jarig, maar ik vind dat ík een cadeautje verdien. Ik voel me een beetje verwaarloosd. Hoe lang ben ik nu al zijn ghostwriter ? Hoe lang woon ik al bij jullie in? Omdat ik me zo goed in anderen kan verplaatsen, heb ik vele levens geleefd. Ik heb uw man op de voet gevolgd. Ik werkte samen met de minister-president. Ik was wethouder, managing director , jongen, of gewoon mens. Maar ik was nooit mezelf.

Uw partner heeft meer dan 150 stropdassen. Als ik niet weet hoe het voelt om een stropdas te dragen die dagelijks met meer dan 150 stropdassen moet concurreren, dan weet ik ook niet hoe hij spreekt. Als ik niet alle boeken uit zijn boekenkast haal, van Winkelen in weelde of Run river van Joan Didion tot aan The years of Lyndon Johnson van Robert A. Caro. Als ik niet aan de kaften heb geroken, de inhoud heb verkend, dan weet ik niet hoe hij denkt. Ik zet altijd alles op zijn oude plaats terug. Ik versta mijn vak, laat geen sporen achter. Geloof me, als ik een la opentrek voel ik nog steeds een knoop in mijn maag. Alleen als ik denk dat het in dienst staat van de rede die ik voor hem schrijf, durf ik de inhoud ervan te bekijken. Ik moet toch weten wat hij voelt?
Soms zou ik ook u willen zijn, zijn vrouw. Alleen weet ik nog niet goed in welke rol, als kunstenaar of als recensent. Nee, als kok, want wat me nog het meest aan u intrigeert is de verrekijker op de snijplank in de keuken.





Ik herinner me nog levendig de eerste keer dat ik hier kwam. Ik moest over een berg post heen om in jullie huis te komen. De vergeelde kranten en de stapels brieven boden een hartverscheurende blik. Er was blijkbaar niemand dieze even voor jullie op een stapeltje had gelegd. Ik begreep meteen dat er van mij meer werd verwacht dan het schrijven van zijn toespraken. Dit huis snakt naar warmte. Dit prachtige huis verlangt ernaar een stem tegen zijn plafonds te horen galmen. Door jullie drukke werkzaamheden is dit huis ontzield geraakt. Ik sprak tegen de planten in de verwilderde tuin. Mijn voetstappen deden de trap sinds lange tijd weer kraken. Ik reanimeerde de slaapkamers. Ik gleed met mijn vingertoppen langs de wanden, trachtte wanhopig het stilgevallen hart van jullie huis weer tot pompen te brengen. Ik werd niet als ghostwriter ingehuurd, maar als jullie achtergebleven schaduw als jullie weer eens uit de koffer leefden.
Ik ben gewend om in iemands schaduw te staan. Maar iemands schaduw zijn is andere koek. Na lang oefenen kreeg ik de smaak te pakken. Het is een nobele taak die ik naar eer en geweten vervul.
Nu ben ik het krakende geluid van een stoelzitting in de woonkamer, minuten nadat iemand van de stoel is opgestaan. Ik ben de Chinese vrouw achter de man op de verpakking van Mastermind - ik noem hem smalend James Last - en lig geduldig te wachten in de ingebouwde boekenkast op de eerste verdieping. Ik ben zwarter dan het diepste zwart van de ingelijste collage op de overloop. Ik ben scheller dan het tl-licht op de begane grond. Ik ben het knopje 'afwezig' op jullie alarminstallatie. Ik ben ijler dan de zwakste schaduw. Op de benedenverdieping zijn door de transparante golfplaten heen de schimmen van passanten zichtbaar, maar als ik het huis passeer is er niets te zien. Ik ben zo goed geworden in schaduwen dat ik soms onzichtbaar wordt. Ik ben de onzichtbare gestalte in de schoenen vlak achter de deur van 's mans werkkamer. Naast mij staat nog een paar schoenen. Waarom staan ze daar? Aan één paar heb ik toch genoeg?





Het is warm vandaag. Onder de bomen in het plantsoen tegenover jullie huis wordt gepicknickt. Ik zou een schaduw willen werpen over deze dag, zo groot als die van de zeppelin op het strand op de KLM kalender op de eerste verdieping. Ik voel me niet alleen verwaarloosd, ik ben diep gekrenkt. Want al ben ik jullie schaduw, of zelfs onzichtbaar, dit verdien ik niet. Jullie hebben iemand anders de sleutel afgegeven. Iemand die zich kunstenaar noemt schrijft nu aan het bureau van uw man een tekst over jullie leven. Hij denkt in één dag te kunnen doorgronden waar ik jaren over heb moeten doen. Hij telt de koffers op zolder. Elf, ik had het hem zo kunnen zeggen. Hij ziet het scheurtje in de bankbekleding niet. Ik probeer de handdoek van het Bouwfonds op het handdoekenrekje te verstoppen, voordat zijn oog erop valt. Voor je het weet ziet zo'n stuk onbenul een stuk badstof voor een steekpenning aan! Jullie beseffen niet wie jullie in huis hebben gehaald. Met zijn mooie praatjes over metaforen is hij erop uit jullie te beschadigen! Ik zie zijn oppervlakkige blik langs de kaften glijden op zoek naar diepzinniger titels.
Wat weet hij nou van jullie? Dit huis is een dubbele persoonlijkheid met compleet verschillende werelden boven en beneden. Het is een doolhof. Nog altijd als ik op de tweede verdieping een deur opentrek verbaast het me dat ik weer op de overloop uitkom, een desoriëntatie die wordt versterkt door de spiegel waarin de deuren zich verdubbelen. Omdat de mentale plattegrond van dit huis zich niet in één dag laat lezen voel ik me er thuis, kan ik me verliezen in mijn rollenspel waarin ik het ene moment de heer des huizes speel en dan weer zijn vrouw. Ik ben zo met jullie vergroeid dat ik soms denk dat het mijn eigen herinneringen zijn als ik jullie memoires schrijf.

Ik heb ineens genoeg van mensen die zelfs ghostwriters inhuren voor hun agenda -   dezelfde mensen hebben er waarschijnlijk geen enkele moeite mee om hun sleutels aan een volslagen onbekende af te staan! Het gemak waarmee mijn plaats vandaag door een ander wordt ingenomen stoort me mateloos. Jullie schijnen tegen de indringer gezegd te hebben dat er niemand thuis is. Niemand! NIEMAND? Ik zorg hier verdomme nog voor een beetje leven in dit huis met welgeteld vier lege hondenmanden.
Ik had het kunnen weten. De voorbode kwam in het jaar van de hond. Er werd een ¾ persoonsbed voor me opgemaakt in de slaapkamer, vlak onder een schilderij met een verzameling scheldwoorden die ik niet persoonlijk moest opvatten. Ook in de bijkeuken werd ruimte voor me gemaakt. Het bad meet 1 meter bij 60 cm. Ik word geacht me te wassen met bleekwater - alsof ik niet onzichtbaar genoeg ben. Het toilet dat mij werd toegewezen op de eerste verdieping is zo klein dat ik de deur niet kan sluiten als ik mijn behoefte doe.

Heb ik afgedaan, nu hij aan het bureau van uw man zit? De Kunstenaar. Lig ik meteen uit de gratie als ik beken dat ik af en toe de dassen van uw man draag? Ik ben aan jullie gehecht geraakt, begrijp dat dan. Het beangstigt me soms hoe ik me in jullie heb verloren. Toen ik vandaag de Chinese vrouw in de kast zag liggen en zag hoe de schaduw over Mr. Mastermind himself , heen viel en niet meer over mij, wist ik dat mijn coming out een feit was. Het woord opzij resoneerde in mijn hoofd. Voor ik het wist stapte ik uit jullie schaduw en werd zichtbaar voor de schrijver - pardon, kunstenaar - die zichzelf bij jullie had "uitgenodigd". Ik sta nu vlak achter hem, precies zoals de vrouw op het Mastermind doosje achter James Last. Een vrouw die achter een man gaat staan. Geen benijdenswaardige positie. Maar hij zit en ik sta. Mijn aanwezigheid veroorzaakt een rilling die ik langs zijn gebogen ruggengraat omhoog zie kruipen. En dan weet hij nog niet eens dat ik de schaar in de stropdassen van uw man heb gezet. Ja, jullie lezen het goed. Ik heb alle stropdassen die ik kon vinden in smalle reepjes geknipt en in een bak gelegd op de begane grond naast de bak met reepjes stof die er al stond. Het is een noodkreet waar ik later spijt van zal krijgen. Maar ik ben in razernij ontstoken. Oh, wat houd ik van dit huis, met al zijn deuren die je één voor één kwaad kunt dichtsmijten.

Ik zet de deuren van het balkon wijd open en verbuig de lamp naast de bank tot microfoon. Het uitzicht op 'het strijkijzer' waar jongeren worden gehuisvest doet me denken aan de wolkenkrabbers van Chongqing. Dit is mijn urbi et orbi . Ik gooi het er nu allemaal uit, al is er geen hond die me hoort. Hè, verdomme, als ik hier ga staan zit er zo'n tak van de walnotenboom in mijn haar. Uw man heeft toch altijd een zakmes bij zich? Weg met die camouflage! Al is jullie tuin nog zo ondoordringbaar, ze zullen me horen. Het is vandaag 5 augustus en ik weet dat uw man morgen jarig is. VAN HARTE GEFELICITEERD! Kijk, nu heb ik alle aandacht van de slakken. Het doorgeschoten gras staat ineens mijn kant op. Een verdwaald veertje zoekt een veilig heenkomen. De spinnenwebben tussen de planken van het houten terras trillen mee op de maat van mijn overslaande stem: "Asshole. Yesman. Egoist. XL. Godless. Coward. Macho. Fucker. Hypocrite. Joker. Liar. Nitwit. Pretender. Queez. Idiot. Killer. Zombie. Bastard. Whore? Traitor. Violator. Outsider."

Dat lucht op!





GHOSTWRITER EXIT
Door Riet van der Linden


Hallo you, Asshole !
Mijn huis, ons huis, is al eerder - en meer dan eens - verkracht. En geloof me, daar kan een schrijver/avonturiertje niet tegen op. Net als die ander kwam u niet voor mij, maar voor mijn man. Dacht u echt, dat u mijn huissleutel kreeg in goed vertrouwen? Nee wijsneus, uit pure desinteresse. Eigenlijk heb ik helemaal geen huis, maar 150 stropdassen (heeft u wel goed geteld?), veel koffers (onlangs zijn er nog een paar afgedankt aan het Leger des Heils), en inderdaad: veel afrekeningen, van hotels en restaurants, van Noordwijk tot Sjanghai. Jaloers, een beetje afgunstig misschien? Niet nodig. Reizen is afzien. Avonturiert u maar in mijn verwilderde achtertuin, op mijn krakende trap, of op de WC die gemaakt lijkt voor Lilliputters. Uw stoelgang is OK hoop ik? Ik laat er zelf nooit gras over groeien. Mijn man daarentegen doet er altijd erg lang over en hij maakt er ook vreemde geluiden bij. Een soort Body Talk. Interessant? Ik kan u er wel een tapeje van bezorgen.  
Niets kan mij nog deren. Het ergste is gebeurd en kijk: ik leef nog. Ik ben als onkruid. Overleven zit in mijn genen ingebakken. Hartzeer? Ja. Agressief? Ja. Bastard . Do take it personal. Please.
Ik steek een paalpunt van mijn palissade in vers bloed: 'Rouge Basque 92. Dulux Valentine'. Het bloed kruipt waar het gaan kan. Kunstenaar, criticus, schrijver. Is het echt zo moeilijk om te weten met wie u te maken heeft? Of wilt u het niet weten?   Was u ergens bang voor? Wat weerhield u ervan om in mijn boekenkast te kijken? Om mijn laden open te trekken, te neuzen in mijn dagboeken en correspondentie, in plaats van in die van mijn man?   Of bent u geschrokken van wat u vond? Houdt u iets achter misschien? Heeft u wél uw neus in mijn zaken gestoken, maar ontbreekt u het lef om dat te bekennen? Coward .
U bent kunstenaar, schrijver, man.   U verplaatst zich makkelijk in anderen, schrijft u. Was het toch moeilijk   om u te verplaatsen in mij: schrijver, kunstenaar, vrouw? U kiest voor een omweg. U richt zich niet op mij, die u haar huissleutel afstond, maar op mijn man. Ben ik de kok, of is hij de kok? De verrekijker op de keukenplank, dit ter informatie, is in ieder geval niet van mij. Bij mijn weten is het 'stiekeme' gluren, vooral eigen aan de mannelijke soort. Pervert .
U raakte verdwaald in het huis met al die deuren, stond steeds weer op de gang. U weet toch wel schrijver, dat het huis symbool staat voor het vrouwelijk lichaam? Meer nog dan dat: wij zijn ons huis. Ik ben mijn huis.
Ik vernam dat de locale TV ook present was. Niet uit interesse voor mij en mijn huis, maar voor u en uw avontuur. U kreeg een beetje een hekel aan mij en aan ons, schreef u. Fucker. Shithead .  
Inmiddels, 1055 kilometer bezuiden den Haag, laat de hemel een scheldkanonnade horen en wordt mijn schuilplaats met lichtflitsen en transparante pijlpunten bestookt. Noodweer. De ramen rammelen in hun sponningen. Ik was hier ook op 5 augustus, toen u uw nieuwsgierige neus in mijn zaken stak. Hoe ziet zo'n neus eruit? Lang zeker? Inderdaad, dat was een dag vóór de verjaardag van mijn man. Dank voor de felicitaties. Ik steek de paalpunt nog maar eens in de 'Rouge Basque 92'. Het is mij nog niet bloederig genoeg. Ik laat mijn salade er koud voor worden.
Wat weet u eigenlijk van het leven, van de liefde, van leugens en bedrog? Geniet u wel van het echte leven terwijl u schrijft? Gaan die twee   bij u wel samen? Of prefereert u te vegeteren op de ervaringen, het geluk en de   pijn van anderen?   Nitwit.
U heeft de dassen niet verknipt. Daar durf ik mijn kop om te verwedden. Pretender .
U heeft de visuele overeenkomst gezien tussen zijn dassen en mijn 'ficelles'. Maar mijn ficelles zijn geen symbool van mannelijke identiteit, van het uniform van mannelijke macht en onvermogen. Mijn ficelles zijn onbeduidende reepjes stof, die in een eerder leven zijn uitgediend als gordijn, rok, of beddensprei misschien. In een tweede leven   waren ze dienstig in de wijngaard en hielden ze de snel groeiende ranken in toom. Wederom uitgediend, belandden ze in de aarde, waar ze door mij werden opgepikt om een derde leven te beginnen. Nu als deel van mijn sculptures-assemblages . Genoeg gehoord? Moron .
Was het echt prettig om die dassen even om te strikken, om u te verplaatsen in de persoon van mijn man? In zijn nieuwe werkkring draagt hij ze zelf nog sporadisch. Ze passen niet meer bij zijn nieuwe, 'artistieke' identiteit. Als het voor een goed doel is, wil   hij ze vast wel aan u doneren. Zo is hij wel. Een hart van goud.
Ik ben gekomen aan het einde van mijn Latijn. Yesman .
Denk niet, dat u bij mij ooit nog een voet over de drempel zet. Dat Lucht Op.